Pijnboompitten, ik weet nog dat ze nieuw waren, hip and happening. Dat was in de jaren negentig, dus zelfs voordat Ottolenghi de granaatappelpitten (her)introduceerde. Geen salade in die tijd of er kwamen die malle quasi-nootjes op. We associeerden ze met mediterraan levensgeluk en dat klopt ook wel, want daar kende men een oeroude traditie van het overreden van de dennenappels tot het loslaten van hun zaden. Een hels werk, als ik het goed begrijp, waar hamers en een ijzeren doorzettingsvermogen aan te pas komen. Geen wonder dat de ware mediterrane pijnboompitten zelfs in Italië nauwelijks nog te krijgen zijn en we het allemaal doen met spul uit China. Er bestaan tientallen dennen- en pijnboomsoorten waarvan de zaadjes als pijnboompit eetbaar zijn. En een daarvan, zo merkten we in de jaren nul, veroorzaakte een afschuwelijke ervaring in de mond: alles wat je erna at smaakte bitter, en dat kon vele dagen aanhouden. Na klachten kwam er een heus warentechnisch onderzoek. Een piepklein, driehoekig Chinees pijnboompitje van de Pinus armandii bleek de schuldige, een soort die sindsdien ook verboden is als het om de Europese import gaat. Vrees dus niet meer!
Modes komen, modes gaan. In een nostalgische bui besloot ik de pinoli weer eens een dragende bijrol te geven in een gerecht, daar worden zelfs Oscars voor uitgereikt, geloof ik. Maar hoe? Bij karbonaadjes. En dan met nog wat eclectisch bij elkaar gesprokkeld smaakwerk, limoentje hier, kokosmelkje daar. Plus een kruid dat ik zelden gebruik, die goede oude bieslook.
Karbonaadjes met pijnboompitten en bieslook
Hoofdgerecht voor 2 personen
1 limoen
1 bosje bieslook
30 g pijnboompitten
4 eetl. olijfolie
2 kleine schouderkarbonaadjes
100 ml kokosroom
Rasp met de citrusrasp de schil van de limoen en pers hem daarna uit. Knip of snijd de bieslook fijn. Bak de pijnboompitten in 1 eetlepel olijfolie goudbruin. Blijf erbij, het is net als melk koken: lang gebeurt er niks en dan opeens!
Zout de karbonaadjes en bak ze in 3 eetlepels olijfolie bruin. Als ze dun zijn is 2 minuten per kant genoeg, anders 3 of zo, overgaar is niet nodig. Haal ze uit de pan en blus die met het limoensap en de kokosroom. Laat even bruisen en inkoken tot sausdikte. Draai het vuur uit en voeg de limoenrasp en bieslook toe. Draai er wat zwarte peper uit de molen boven. Leg de karbonaadjes op een schaal en overgiet met de saus. Strooi de pijnboompitten erover. Wijn erbij: sappige rode Corbières.