Smaakvertellingen

Boekbespreking: Het Tapasboek

Hufterig binnenstrompelen uit de vuile natte novemberkou in een Pamplonese bar en dan de tanden zetten in een pincho met gebakken paprika en scherpe worst, dat is glorie. Net zo goed als uitdampen in de ademinhoudende julischaduw bij wat in azijn ingelegde ansjovisjes en koele Rueda. Tapas zijn fantastisch, tapas zelf zijn Spanje voor iemand met een culinair hart. Vandaar dat het me niks verbaast dat er alweer een fraai, goedgelukt boek vol recepten is verschenen. Alle lekkerbekkende hunkeraars die iets met Spanje hebben verdienen het. Maar hebben ze er ook iets aan?

Als je nou eens goed kijkt, eventjes scherp, eventjes concentreren, dan zie je toch dat het tapaverschijnsel een horecafenomeen is. Net als de rijsttafel, net als de Libanese meza en het antipastobuffet. Jazeker, er bestaan mensen die zoiets thuis maken. Dagen zijn ze ermee bezig. Heel mooi, mensen met een passie. Maar ze behoren tot een schaarse minderheid. Want de inspanning is voor de meesten van ons toch wel erg uit proportie. Als je je geliefden, vrienden en familie blij kunt maken met twee, drie of desnoods vier echte lekkere dingen, waarom zou je er dan tien maken? De gein van ir de tapa, zoals op tapatocht gaan heet, is dat je kunt grazen, kunt snoepen, dat je nergens aan vast zit, geen menu hoeft te bestellen zoals in Frankrijk, maar gedreven door lekkere trek ronddobbert van kroeg naar kroeg en net dat pakt of bestelt waar je op dat ene moment trek in hebt.

Is Het Tapasboek dan een overbodig, onnut werk? Welnee. Want lees het en zie dat hier ‘tapa’ puur en alleen bestaat in de zin dat je van alles weinig geeft. Bijna alle recepten zijn voor doodgewone huiselijke gerechten uit het Spaanse repertoire. Duidelijk opgeschreven, maar dat viel te verwachten. De schrijfsters, Simone Ortega (de inmiddels bejaarde schrijfster van 1080 recepten) en haar dochter Simone staan daar garant voor. Grappig is dat duidelijk te zien blijkt wat politiek correct is in Spanje: minder olie en zout gebruiken (waarvan de overvloedigheid nu juist kenmerkend is voor de Spaanse smaak). Duurzaamheid is geen item: zeldzame vis als glasaal, angulas, wordt gewoon gegeten.

Of het nu aan de schrijfsters of de vertalers ligt weet ik niet, maar de gang van zaken in de recepten is voor beginners niet altijd even duidelijk. Ik pas het recept daarom iets aan. En de opgegeven hoeveelheid zou voor 6 personen zijn, maar dan gaat het om wel zeer grote tapas. Voor 4 personen is dit een hoofdgerecht.

Roerei met garnalen en spinazie

1 kg wilde spinazie

1 snufje natriumbicarbonaat (te vervangen door bakpoeder)

50 g boter of 5 eetlepels olijfolie

300 g rauwe gamba’s

8 eieren, losgeklopt

Verwijder de harde stelen en was de spinazie meerdere keren in vers water. Laat hem uitlekken en doe hem met aanhangend water in de pan. Voeg wat zout toe en laat de spinazie onder geregeld roeren in 8-10 minuten slinken. Laat hem goed uitlekken in een vergiet en druk het overtollige vocht eruit met de achterkant van een houten lepel. Hak de spinazie fijn.

Verhit de olie of boter in een koekenpan. Voeg de garnalen toe en bak ze onder geregeld roeren 2 minuten op middelhoog vuur.

Roer wat zout door de losgeklopte eieren, schenk ze in de pan met de garnalen en bak ze onder geregeld roeren enkele minuten, tot ze beginnen te stollen. Doe er de spinazie bij en warm goed door. Garneer eventueel met driehoekjes gebakken brood.

Het Tapasboek, Simone en Inés Ortega, Kosmos Uitgevers, 29,95 euro

Op 17 april 2025 start een nieuwe cursus culinair/wijnschrijven. Intensieve, persoonlijke begeleiding op je eigen niveau en helemaal op maat, gericht op jouw doelen. Of doe op maandagavond 28 oktober mee met de workshop Kookboek Maken! Klik hier voor informatie.

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.