Afgelopen vrijdag dartelde ik blij door het Veluwse bos om zwammen te zoeken, met een ritsje collega’s. Te ‘hunten’, zoals Elle Eten dat verzon voor de activiteiten van Neerlands paddestoelenman nummer één, Edwin Florès. Lang condenseerde diens gehunt slechts in de vorm van artikelen en tweets. En cursussen; je mag mee als je je opgeeft bij Casa Foresta. Maar nu heeft Flores een boek gemaakt, een doe-het-zelfboek voor de solitaire zwammenzoeker, en wij mochten aanschouwen dat hij zijn informatie niet uit de fraaie duim had gezogen. Er bestaan meer paddestoelenboeken dan Florès’ Het Paddenstoelenboek (Becht, € 17,50), maar dit is bijzonder.

Bijzonder door de keuzen die Florès heeft gemaakt, erop gericht om ons mycologische pret te geven en ons te behoeden voor gevaar. Hij is vader – dat bleek heel duidelijk uit het gedrag van twee aanwezige droppies van kinderen – en dat feit heeft vast zijn zorgzame houding versterkt: niet alleen moeten we Heel Erg Oppassen bij het plukken van de juiste zwammen, ook moeten we niet proberen iets te plukken dat buiten ons bereik ligt of zit, aan de waterkant of in een boom.

Florès’ boek is geen paddestoelengids; er staan maar een stuk of twintig soorten in. Soorten die je heel duidelijk kunt herkennen, die geen verwisseling met vieze of giftige soorten opleveren. Zorgzaam, toch? En voorts gaan het niet alleen over zoeken, ook het zelf kweken krijgt veel aandacht. Dit is dus geen paddestoelenboek voor kijkers, maar voor eters. Mooi. Kopen kan in de winkel, maar bij Edwin zelf is uiteraard stukken leuker.