Ik kreeg het vroeger op oudejaarsavond: een huzarenslaatje. Net na het vuurwerk. Die slaatjes uit begin zestig waren stiekem heel lekker, vooral omdat ze niet uit emmers en bakken van grootfabrikanten kwamen. Later deed ik een blauwe maandag een kookopleiding. Behalve het hakken van peterselie en het maken van boterballetjes kwam ook daar het vervaardigen van de Ware Huzare aan de orde. Het kon nog lekkerder dan vroeger bij mij thuis! Vooral bij het essentiële ingrediënt aardappel viel veel winst te behalen. Geen koude overgebleven piepers gebruiken, geen geprakte prut, maar schone nieuwe blokjes, piepklein en net aan gaar gemaakt. En aanmaken deden we niet met mayo, maar met een vinaigrette, wat minder plakkerig smaakte. Nu zijn er kant-en-klare salades in de handel die ook uit mooie miniblokjes bestaan. Bij de eerste hap denk je nog: ah, dit is goeie! Maar dan slaan de conserveringsmiddelen genadeloos toe. Al die gekochte spullen hebben een nare wrangzure nasmaak, een scherpe nagalm die je misschien niet opmerkt als je voldoende cola of sinas drinkt, maar die zich in een vrolijk klotsend zeetje van witte wijn of bubbels hinderlijk goed staande houdt. Ja maar hola, roepen de fabrikanten zodra je daar iets over zegt, het is ascorbinezuur hoor, gewoon vitamine c! Waarmee ze suggereren dat we eigenlijk de verkoudheid op afstand houden door hun spullen te eten. Welnee, het is ze weliswaar om onze gezondheid te doen – die middelen beschermen de ongeïnformeerden die producten buiten of in in een niet goed afgestelde koelkast bewaren – maar het smaakt smerig.

 

Huzarensalade

Voor een persoon of 6:

800 g vastkokende aardappelen

2 zure appels

8 augurkjes

1 kleine ui

250 g gaar (rund)vlees

8 eetlepels olie

3 eetlepels azijn

garnering: kropsla, 2 flinke eetlepels mayonaise, hardgekookte eieren, augurkjes, tomaat, enz.

 

Schil de aardappels en snijd ze in blokjes van 0,5 cm of kleiner. Breng een pan water met zout aan de kook en doe er de aardappelblokjes in. Laat weer aan de kook komen en draai het vuur uit. Na enkele minuten zijn de blokjes bijna gaar. Giet ze af en laat koud water in de pan lopen om het kookproces af te breken, anders garen ze door en krijg je aardappelprut. Maak de appels schoon en snijd ze in even grote blokjes. Doe hetzelfde met de augurk en de ui. Klop een vinaigrette van de olie, azijn, zout en peper en meng die met een houten lepel voorzichtig met alle ingrediënten.

Volgens de traditie schik je de salade op slabladeren op een schaal en bestrijk je hem met mayonaise (geen frietsaus!). Versier hem met ei, augurk, plakjes tomaat, sardientjes en wat al niet.

 

Deze Volkskeuken werd eerder gepubliceerd, op 30 december 2003.