Het idee dat de mens een homo economicus is, die zijn keuze rationeel bepaalt op basis van nut, is zo langzamerhand wel bij het grofvuil gezet. We kiezen nauwelijks, we dobberen mee op golven van emotie, van hormonen, van impulsen. Dat leidt ons nu politiek in gevaarlijke richting, maar op culinair vlak maakt het ons leven spannend en fijn gevarieerd. Zijn asperges lekkerder dan spinazie of artisjokken of paprika’s? Welnee. Want was is dan dat ‘lekkerder’? Witte asperges uit Nederland zijn schaars, in de tijd gezien, er is een beperkt venster waarbinnen ze verkrijgbaar zijn. En onze waarderingshormonen zinderen bij niets zo intens als bij schaarste.
Asperges beginnen nu zo’n beetje. Komen vast nog voorbij in deze rubriek. Nu wil ik het echter hebben over een ander seizoensproduct waarvan het venster aan het sluiten is: bloedsinaasappelen. Hoog gewaardeerd om hun uiterlijk – de smaak is eender aan gewone, ook al zullen er mensen zijn die er een andere mening op nahouden. Bloedsinaasappelen komen vooral van Sicilië, waar in de nawinter koude nachten zorgen voor groeistress en daarmee voor de aanmaak van donkerrode anthocyanen die in de meeste sinaasappelrassen niet voorkomen. Bello!
Een aangenaam Siciliaanse manier om deze arance sanguinello te eten is met olijfolie en zwarte peper. En vervolgens verzon ik om er een mediterrane halte verder mee te sporen door ze te combineren met een soort Libanese tabouleh, de peterseliesalade. Let op: koop een gulle bos op de markt of een mediterrane winkel, de supermarktbosjes zijn niks.
Peterseliesalade met bloedsinaasappel
Voorgerecht voor 2 personen
1 grote bos bladpeterselie (zeker 100 gram)
½ teen knoflook
4 bloedsinaasappelen (of gewone, de smaak is eender)
2 eetl. sesamolie
2 eetl. balsamico
wat chilivlokken, liefst pul biber
Verwijder de dikke stelen van de peterselie en snijd het blad ragfijn. Dat moet met een mes, met een machine wordt het pulp. Plet de knoflook met de zijkant van een groot mes en hak fijn, fijner, fijnst. Meng de peterselie met het sap van 1 sinaasappel, sesamolie, balsamico, knoflook en chilivlokken naar smaak. Voeg zout toe.
Schil de resterende sinaasappels met een vlijmscherp mes in het vlees, ‘à vif’, zodat je mooi blote dingen overhoudt. Snijd ze daarna dwars in dunne plakken.
Leg de plakken sinaasappel in een krans op een groot bord en schep de peterseliesalade in het midden.
Je kunt er (Libanees plat-)brood bij eten of helemaal niks. Wijn lijkt me nu eens geen goed idee.