Eenheidsworst, het was een van regeringswijze opgelegd worstrecept ten tijde van de Eerste Wereldoorlog, schamel door de samenstelling en voor iedereen gelijk: 100 gram tegen 25 cent, wat toen beslist duur was. Tegenwoordig hebben we de regering niet nodig om alle worst eender te laten smaken. Daar zorgen de kruidenmixfabrikanten voor, die handig inspelen op de luiheid van slagers en supermarkten en de door hen vermeende behoefte onder de kopers. Alle braadworst in Nederland smaakt daarom hetzelfde. Gelukkig zijn er de afgelopen jaren carnivore enthousiastelingen in het smaakgat gesprongen, met Brandt & Levie en Butch & Dutch voorop. Ze bieden allerlei verheugende varianten; de lekkerste is die met venkelzaad. Nou rest me maar één bezwaartje: ook hun worsten zijn me nog te droog. Niet vet genoeg. Dat is uiteraard het resultaat van tests op gewone janmodaalse worstaanschaffers, die door decennia van weg-van-vetcampagnes zijn gebrainwashed en magere worst blieven. Zij denken door hun keus gezond oud te worden. Misschien is dat wel zo. Maar als dat moet door minder lekker te eten, dan, dan, ach laat ook maar.
Braadworstjes kun je braden en dan opeten, gewoon zoals ze zijn. Bij gare bloemkool met een papje en kruimige aardappelen bijvoorbeeld. Zo herinner ik me dat uit mijn jeugd, hoewel de worstjes dan saucijsjes heetten. Kleiner waren ze in dat geval, maar opnieuw eender van smaak. Mijn ouders waren nogal aan het bloemkoolritueel gehecht, iets om de dins- of donderdagen op te luisteren, denk ik.
Om die belegen herinnering kwijt te raken maakte ik braadworstjes in mosterdsaus, lekker Frans en winters. Een rustig, makkelijk gerecht in de aanloop naar kerst, waarbij de rijke saus eventuele droogheid in de worst handig opvangt.
Braadworstjes in mosterdsaus
Hoofdgerecht voor 4 personen
4 braadworsten
25 g boter
4 eetlepels witte wijn
200 ml slagroom
2 eetlepels grove mosterd
Klein handje gehakte peterselie
Braad de worsten rustig in de boter bruin in 5 minuten. Draai ze af en toe om. Doe dan de wijn erbij en dek af; laat nog eens 5 minuten garen. Roer de room door het braadvocht en laat zo nodig iets inkoken tot het er sauzig uitziet. Meng op het allerlaatst de mosterd erdoor, opdat hij niet zijn pit verliest. Breng op smaak met zout, bestrooi met peterselie en serveer. Voilà! Ik eet er graag een gekookt aardappeltje bij en bloemkool is allerminst verboden, als hij maar niet zo overgaar is.
1 reacties op “Braadworstjes in mosterdsaus”
Ziet er heerlijk uit Onno