Misschien heb ik het al wel eens verteld. Over hoe ik in mijn eerste coq au vin maakte door er een halve fles vosne-romanée bij te doen. Mijn eerste kookboek gebood namelijk ‘goede bourgogne’ te nemen en ik had a) wel geld door een lucratief weekendbaantje bij een fotowinkel en b) geen financieel benul als het om wijn ging. De fles kostte me 25 gulden en inmiddels koop je zo’n ‘eenvoudige’ gemeente-appellation niet voor minder dan pakweg 90 euro.
De kip werd buitengemeen lekker. Maar dat was die van eergisteren ook, terwijl er aan rode wijn toch beslist niet voor veel meer dan 3 euro bij ging. De ons te vroeg ontvallen wijnjournalist Nicolaas Klei heeft ooit eens uitgezocht of aard en kwaliteit van een rode wijn in een recept belangrijk zijn. Uitkomst: nee. De verhitting jaust alle fijnere hoedanigheden richting goden, dus doe vooral geen moeite.
Hoe dan ook, het werd in mijn Bourgondische huis hoog tijd om weer eens zo’n haantje in wijn op tafel te zetten. Dure bourgogne hoeft dus niet, wel stukken kip met bot (en liefst kleine uitjes; de champignons liet ik weg). Ik nam een hele kip die ik persoonlijk uit elkaar sneed, maar dat is wat gedoe. Dan zijn kippenbouten van gedegen achtergrond ook goed, maar snijd ze even op het gewricht door.
Coq au vin
Hoofdgerecht voor 4 personen
4 kippenbouten
25 g boter + nog een vlokje
2 eetlepels olijfolie
1 flinke ui, fijngesnipperd
100 gram mager rookspek, in blokjes
1 volle eetl. bloem
300 ml rode wijn
1 bouillonblokje, kip of anderszins
1 teen knoflook, gehakt
2 takken tijm
12 zeer kleine uitjes, gepeld
Snijd de kippenbouten op het gewricht in tweeën. Verhit de boter en olijfolie in een braadpan en braad er de kip in aan. Haal uit de pan en bak de gehakte ui en het spek in het achtergebleven vet. Bestuif met bloem en roer grondig door. Meng er de wijn en zo’n 150 ml water bij, voeg het bouillonblokje toe en breng aan de kook. Doe de kip terug in de pan. Voeg de gehakte knoflook en tijm toe. Laat de kip in 30 minuten heel zachtjes gaar worden op een laag vuur, onder een deksel.
Kook ondertussen de uitjes zachtjes beetgaar in een bodem water met wat zout en een vlokje boter. Voeg voor het serveren toe, uitgelekt. Gekookt aardappeltje erbij en in het glas wél iets fatsoenlijks. Desnoods een vosne-romanée.