Kaasplateaus bevatten dikwijls een breed gamma aan kaas, witschimmel, roodbacterie, geitenkaas, blauwe kaas, harde kaas, van alles. Overweeg eens om juist drie kazen uit dezelfde categorie te nemen. In dat geval wordt het ook makkelijker om er een wijn bij uit te kiezen.
Reken per persoon niet meer dan 30 à 40 gram kaas. Als je drie soorten neemt, zou je dan stukjes van 80 gram hebben. Dat ziet er niet uit, dus neem je meer, maar besef dat zes moten van twee ons kopen betekent dat je kaas eet tot oudejaar.
Serveer de kazen op kamertemperatuur. Haal ze dus minimaal een half uur van tevoren uit de koelkast.
Meestal zijn kazen gemaakt van ongepasteuriseerde, ‘rauwe’ melk het lekkerst, au lait cru. De meeste Nederlandse supermarkten zijn daar als de dood voor, omdat ongepasteuriseerd voor hen gelijk staat aan gevaarlijk. Dat is niet terecht.
Wijn bij kaas: rood is beslist niet zaligmakend. Sterker nog, fraaie rode wijnen worden om zeep geholpen door sterke kaas. Als je rood wilt drinken, houd het dan bij uiterst milde, niet te rijpe kazen. Geitenkaas is het lekkerst met droge witte wijn zonder houtrijping, scherpe blauwe kazen met zoete witte wijn, oude harde kazen met port of een versterkte zoete wijn uit Zuid-Frankrijk (Banyuls, Muscat, Maury). Wit-schimmels als Camembert en Brie, mits niet te rijp, gaan goed met Beaujolais of rode Loirewijn. En de echte stinkkazen als Langres, Ami du Chambertin, Maroilles en Epoisses laten zich goed begeleiden door calvados.