Het kerstmenu is voor veel mensen het culinaire hoogtepunt van het jaar. Voor de koker echter levert het dikwijls stress op. Wat moet er gegeten worden en hoe krijg je dat op tafel op zo’n manier dat je zelf ook nog een leuke avond hebt?
Voor veel gezinnen in Nederland bestaat het gebruikelijke kerstmenu nog altijd uit een luxe soep vooraf, kalkoen of groot vlees met verschillende soorten groenten en aardappelen als hoofdgerecht, en ijs toe. De soep krijgt de laatste jaren veel concurrentie van gerookte zalm. Dat menu hebt u van ons niet nodig. Wij mikken op een wat gewaagdere dis, die desalniettemin te maken is door kokers die geen masterclasses en cursussen hebben gevolgd. En stress hoort er niet bij; het betere opwarmen vormt de basis van deze feestelijke kerstdis.
Een visgerecht wordt altijd gewaardeerd, maar vis bereiden moet à la minute en vergt kookervaring. Dan is koude vis makkelijker. Daarom een salade met Hollandse garnalen, met wat zure appel en basilicum. Soep met een rinse smaak is minder gebruikelijk in onze keuken, maar daarom niet minder lekker. Als hoofdgerecht een lamsbout, echt een ‘gros pièce’, met een Marokkaans garnituur van amandelen, walnoten, pruimedanten en specerijen. Daarbij basmatirijst, donzig en luchtig, met miniblokjes gebakken aardappel en gebakken koriander. Om de balans te behouden een oer-Hollands plateau van Boerenkaas, gevolgd door vers fruit onder een sabayon die onder de grill in enkele seconden een warme gloed krijgt.
Kiezen
Bepaal ruim op tijd je kerstmenu; wie weet moeten er dingen besteld worden bij slagers, delicatessenwinkels, visboeren, zoals hier het lamszadel. De keuze bepaalt of je het jezelf makkelijk of moeilijk gaat maken, wordt het huiselijk en simpel of gastronomisch vuurwerk? Een tevoren gemaakte garnalensalade op borden leggen is makkelijk, sint-jakobsschelpen precies goed grillen moeilijk. Goed gekocht is te prefereren boven slecht gekookt. Wie alcohol drinkt, ziet zijn culinaire scherpte afnemen naarmate de avond vordert. Doe hoogstandjes dan ook bij de voorgerechten.
Hoeveelheden
Lekker veel is misschien ruim, maar oma klaagt bij het hoofdgerecht al dat ze geen trek meer heeft. Pas vooral op bij de eerste gangen. Ga per persoon uit van niet meer dan 30 à 35 gram vlees of vis bij een voorgerecht en serveer soep in theekoppen of glaasjes. Reken bij geportioneerd vlees of vis die je op borden serveert 100 gram of minder per persoon, tenzij je een echt kerstgebraad maakt zoals de lamsbout; een te klein stuk braadt niet goed. Geef kleine beetjes groente (in totaal niet meer dan 150 gram), 30 gram kaas en 80 à 125 gram nagerecht; van fruit kun je meer op dan taart. Wie niet bobt, drinkt bij een uitvoerig menu al gauw een glas wijn per gang.
Voorbereiden
Begin op tijd met voorbereiden; het duurt altijd langer dan je dacht. Bereid alles wat er bereid kan worden, laat afkoelen en zet afgedekt in de koeling. Net als in restaurants zijn er maar heel weinig dingen die niet opgewarmd kunnen worden, of in de oven op een heel lage stand warmgehouden. De lamsbout uit ons kerstmenu blijft op ingepakt in aluminiumfolie een uur warm.
Maak voor de avond zelf vooral een scenario. Schrijf op welke handelingen er verricht moeten worden en in welke volgorde. Tijden noteren is betrekkelijk, want die kloppen zelden; het loopt altijd uit Een chronologische volgorde is handiger: ‘voorgerecht op de borden, oven naar 140 graden, kaas uit de koelkast’.
Afmaken
Als je mooie schalen hebt, is het het aardigst om daarin te serveren. Serveer je op borden, warm die dan in de oven op 80 graden (of, als hij al aanstaat op een hogere temperatuur, een paar minuten). Grote borden met weinig erop zijn het mooist. Geef extra saus en garnituur liever apart dan dat je de borden vol legt.
Bestek en glazen
Wie weinig bestek en borden heeft, wisselt niet telkens tussen de gangen. Soms, na het eten van vis bijvoorbeeld, is dat desondanks prettig. Glazen wisselen voor andere wijn hoeft zelden. Een nieuwe witte wijn kan best in het glas waar een andere in zat, rode wijn ook. Scherpslijpers spoelen hun glas even met een slokje water.