Wordt het niet weer eens tijd voor kip met bier? Kip in bier, goed. Dat vond ik onlangs en dus toog ik naar een supermarkt om het beoogde gevogelte aan te schaffen. Maar ’s lands grootste grutter had niet voorhanden wat ik wou: kippenbouten. Er was überhaupt geen kip met bot. Alleen borstfilet en dijfilet, geen bouten, karbonaadjes, zelfs geen drumsticks meer. Nog wel een hele kip, maar die was niet biologisch.

Nog altijd eet zo’n 95 procent van de Nederlanders vlees, maar het merendeel wil niet weten dat dat van beesten komt. En dus wordt de herinnering daaraan, vooral proefbaar in botten, randjes vet en ziertjes bindweefsel, er zorgzaam uitgesloopt door handige handjes en nog handiger machines in gekoelde vleesateliers achter de slachthuizen.

Voor kip met bot kun je nog bij sommige slagers terecht, maar die maken zich vaak niet zo druk over de herkomst; biologisch of het net zo uitstekende Franse Label Rouge zul je er niet vaak vinden.

Een recept voor vlees met bot aanpassen naar een voor vlees zonder is niet heel makkelijk. Botloos vlees is vliegensvlug gaar, te vlug om de saus smaakdiepte te geven. Daarom vandaag toch het recept voor kippenbouten. Begin maar vast met zoeken.

 

Kip met bier

Hoofdgerecht voor 4 personen

 

4 kippenbouten

15 g boter

2 eetlepels olijfolie

2 sjalotten, ragfijn gesnipperd

100 ml bier naar keuze

200 ml crème fraîche

2 takken tijm of wat gedroogde

 

Wie wil snijd de bouten op het gewricht in tweeën. Even wiebelen en je ziet waar het draaipunt is. Zout de stukken goed.

Verhit de boter en de olie en braad de stukken kip rustig aan tot ze een mooie tint hebben. Haal uit de pan en fruit op laag vuur de sjalotten in het achtergebleven bakvet tot ze glazig zijn, in circa 3 minuten. Schenk het bier in de pan en laat aan de kook komen. Leg de kip erin terug en sluit de pan. Laat zachtjes 20 minuten garen.

Neem de kip uit de pan en roer de crème fraîche door de saus. Voeg de tijm toe en laat even inkoken tot sausdikte. Warm de kip weer in de saus.

Gouden truc: voeg vlak voor het serveren een heel klein beetje, zeg een eetlepel, bier bij de saus. Zo’n drupje zit altijd nog in schijnbaar lege flesjes, gewoon door het schuimen bij het eerdere uitschenken.

Ik at er gebakken spinazie bij. Drank: geen bier maar Pinot Noir.