De duurste specerij ter wereld? Saffraan. De op één na duurste? Vanille. Ja, dat zou je misschien niet zo snel denken. Want wat smaakt er niet naar vanille zeg, vandaag de dag? Vla, babymelk, ijs, gebak, koekjes. Meestal gaat het om zoete zaken, maar alweer jaren geleden bedachten koks dat kreeft met vanille ook aardig zou zijn.
Maar nu dat dure. In Nederland smaakt goedbeschouwd al die zoetigheid niet naar vanille, maar naar vanilline. Die is kunstmatig, synthetisch, gewonnen uit hout of getransformeerde kruidnagelolie. ‘Vanillesuiker’? Is vanillinesuiker. En als we dan echte vanille kopen, zo’n schraal, uitgedroogd stokje in een zakje van de supermarkt, is dat kwaliteit C of D of F. Het is overigens geen stokje, maar een vrucht, de peul van een orchidee uit het Mexicaanse regenwoud. De beroemdste vanille komt tegenwoordig van Madagaskar, in de buurt van het nog altijd Franse Île de la Réunion, een eiland dat vroeger Île Bourbon heette, reden om het spul bourbonvanille te noemen. Leuk: ik zag ooit Frans ijs ‘à la vraie vanille bourbon’ met op de verpakking de Nederlandse vertaling: ‘vanille-ijs met echte bourbon’.
Er bestaan ook andere variëteiten, zoals de Tahitivanille, maar lang kon je daar als kookamateur alleen maar van dromen. Gelukkig is Vanilla Venture, een horecaleverancier van luxe smaakmakers, een onlineshop begonnen voor gewone stervelingen. Daar bestelde ik vanille van Madagaskar en Tahiti. Beide ruiken meteen na het openen van de glazen buisjes waarin ze verpakt zitten al meteen naar zoveel meer dan die kale vanilline, ze betoveren, ze zijn zwoel, rijk, tropisch, met bij de Tahiti een accent van pruimen, van chocola bijna, en in de Madagaskar wierook. De peulen glanzen zwart en donkerbruin, ze zijn vlezig en soepel en enigszins vochtig – ze vragen gewoonweg om gebruikt te worden. Dus wie ben ik om daar tegenin te gaan? We gaan iets maken en liefst iets eenvoudigs, want ik wil die goddelijke aroma’s laten stralen. Doen we een roefroefdessert met schuimkransen, meringue, van de bakker.
Snijd de vanille in de lengte open en schraap er de zaadjes uit. Frommel de resterende peul in een pot suiker, dan heb je over een poos échte vanillesuiker. Roer de mascarpone los met de vanille en de room – zoeten is niet nodig. Organiseer de pitjes uit de granaatappel. Leg op elk bord op een schuimkrans een klodder vanillemascarpone en bestrooi met de granaatappelpitten. Simpel, maar heerlijk duur!
Schuimkransen met vanillemascarpone
Voor 4 personen
1 vanillepeul
200 g mascarpone
3 à 4 eetlepels slagroom
4 fraaie meringuekransen, naturel
paar eetlepels granaatappelpitjes
4 reacties op “Recept meringuekransen met vanillemascarpone en granaatappelpitjes”
heb ik toch net vandaag een zak vol heerlijke granaat appelen gekocht, alleen wist ik nog niet wat ik er mee ging doen. Bedankt nu dus wel. simpel maar heerlijk.
Granaatappels doormidden snijden en met een spatel aan de buitenkant bekloppen. De pitjes komen dan prachtig -en heel- los, vallen in je handpalm en glijden lieflijk op het bord eronder.
Hallo Onno,
Al heel lang gebruik ik blindelings de recepten die je geeft in de Volkskrant. Altijd goed, geen centje pijn. Gister nog de geroosterde puntpaprika en sperzie met tomatensaus: heerlijk!!
Geen op- of aanmerkingen, alleen maar bedankt.
Vriendelijke groet,
José Zweegman, Zoetermeer
Kijk, dat is fijn om te horen. Bedankt!