Tjatjatja, wat zullen we drinken? Bij de zeebrasem uit de boekbespreking van Elizabeth David (hierboven)? Wijn is niet echt een onderwerp in Davids boeken. Zij benaderde het verschijnsel zoals de bewoners van de landen die ze culinair beschreef: als een onderdeel van het menu, net als brood, pasta, groente. Het is er, soms rood, soms wit, meestal uit karaffen, anoniem klotsend tussen de happen door. Maar ze zal het me niet kwalijk nemen dat ik hier wel inga op een fles – de tijden zijn veranderd, en ook op wijngebied zijn we veel en veel verder gekomen. Ik stel voor om een Sloveense wijn te gaan drinken.
Wel mediterraan, maar toch aardig onverwacht, denk ik. De wijngebieden van dat land sluiten aan bij die van Friuli, in Italië, en daar doet men al decennialang fantastische dingen. De familie Puklavec staat in dezelfde Oostenrijks/Italiaans/Slavische traditie en tovert uitstekende wijnen uit de hoed, geholpen door een oenoloog die zijn ambacht perfectioneerde in Nieuw-Zeeland. Dat merk je meteen bij de fles sauvignon blanc-pinot grigio, die het glas uit dendert als het parfum van een bungabungameisje op weg naar Silvio. Laat die maar even wachten tot een hete zomeravond. Bij de zeebrasem mag het ietsje genuanceerder: met de sauvignon blanc-furmint. Die laatste is een druif uit Midden-Europa, belangrijk in de beroemde Tokaj van Hongarije. Hij is eerder stenig, mineraal van aroma, en brengt het hupsakeegehalte van de sauvignon terug naar de juiste proporties. Sappig, check, kernachtig, check, geurig, check. Mooi Sloveens spul voor een bescheiden prijs.
Puklavec and Friends Sauvignon Blanc & Furmint 2009, Jumbo Supermarkten 4,99 euro.