Tanden op het etiket. Blote, bijterige tanden omlijst door lippen. Hoe verzint een wijnboer zoiets? Jürgen Hofmann erzählt: ‘Veel Grauburgunders zijn plat, vermoeid. Deze is tegelijk fris en stevig, een beetje gespierd. Hij heeft een goede ‘beet’.”
Inderdaad. Goede Duitse wijnen verbazen mij telkens weer door hun spel van zinderende zuren, die schoon blazende rinse variatie die je nergens anders vindt en die iets aan de wijn geven wat ik het best kan aanduiden als ‘diepte’. De beste voorbeelden komen van de rieslingdruif, maar deze Grauer Burgunder 2012 van Weingut Hofmann uit Rheinhessen blaast een virtuoos partijtje mee.
De grauburgunder is de pinot gris van de Fransen en staat als pinot grigio ook in Noord-Italië aangeplant. Daarmee wordt meteen duidelijk dat een druivenras niet synoniem is met een stijl, want waar de Veneto er vooral droge, aardige maar soms ook nogal matige witte wijnen van maakt, houdt Frankrijk – Alsace – het op mollige, rijkere wijn met soms flink wat restzoet. Jürgen Hofman kiest een elegante middenweg. Ja, er is een spoortje zoet, maar zo klein dat de meeste drinkers het niet zal opvallen. Daarmee is het een prachtige wijn bij vis met roomsaus of zaken met een exotische toets, specerijen of wat fruit.
Hofmann Grauer Burgunder 2012, Rheinhessen, € 8,50