Het is zover. We hebben het wederom gered, we zijn in de tweede helft van juni geraakt. Vandaag is de langste dag, zaterdag steken de telers hun laatste asperges en dus is het tijd voor erwtjes. Doperwtjes, mijn vriendjes in de peul, de grasgroene tongrollertjes, de pilletjes zomerlust. O, ik had ze al eerder dit jaar, bonkige boerenjongens uit Zuid-Spanje, rustiek kauwwerk dat mijn Franse gedoe met sla en spek zonder gemor onderging. Maar voor het kleine, fijne werk moesten we wachten. Tot nu. Groenteman Ebbe, waar ik na mijn zangles altijd even aanleg, had vorige week Duitse, kleine, fijne, zoete erwtjes, maar meldde me dat ongeveer nu, nu!, de Nederlandse in beeld komen. Kleiner en fijner is er niet.
Wat doen we ermee? Onlangs at ik bij sterrenrestaurant Aan de Poel een verheffend hapje van erwtjes met verveinesaus, waarvan ik slechts kan beredeneren hoe het in elkaar stak. Grofweg ging het om kort gekookte erwtjes in een saus van diezelfde jongens, met verveine gepureerd en door de zeef gehaald. En er is meer mogelijk. Een erwtenkliekje bleek geweldig door de tagliatelle, met een scheut goede olijfolie en Parmezaanse kaas. Maar alle erwtengeluk begint met de ware recept, de petits pois à la française, doperwtjes op zijn Frans, met dat vreemde ingrediënt: sla.
Even iets over de vreemd lange kooktijd. Natuurlijk kan het korter. Je kunt erwtjes rauw eten zelfs, die kleintjes helemaal. Maar dan komen we bij dat ‘à la française’. Dat trage, langzame smoren zorgt voor een andere smaak, een diepe, uit de eeuwen opsidderende toon van welbehagen, van rust, van overzicht. Voor het eten van deze erwtjes moet je dan ook gaan zitten. Glas wijn erbij – Chardonnay past uitstekend – en dan savoureren. Voilà.
Doperwtjes op zijn Frans
Voor 4 personen:
2 kg verse doperwten in de peul
1 ui, in grove flinters
75 g boter
het hart van een kropje sla, gewassen en in tweeën gesneden
100 gram ontbijtspek, in reepjes
2 theelepels suiker
1 takje tijm
Dop de erwtjes. Zweet de ui in de boter zachtjes 2 minuten. Leg er de sla en het spek naast en smoor nog 5 minuten. Voeg dan de andere ingrediënten toe. Doe er geen water bij, maar wel een theelepeltje zout. Zet op een heel laag pitje, sluit de pan en laat een half uurtje zijn gang gaan. Af en toe omscheppen, dat is alles.