En daar zit ik dan met mijn goede fatsoen, midden in de eerste ordinaire week van het nieuwe jaar. Ik kan geen feest meer zien. In dat low-carb van mij is een stevige deuk geslagen, vooral door de verrukkelijke cannelés die in Bordeaux het bij-de-koffie-dingetje zijn: kurkvormige minicakejes, iets compacter dan gewone cake, zacht van binnen en gekarameliseerd van buiten, zoet zuchtend door een vleugje rum. Ik at hardere, zachtere, smeuïge, stevige, met bijna geen rum of net iets meer, cannelés van een straatverkoper, van de patissier, in restaurants en cafés (de lekkerste: bij hotel Le Saint-James in Bouliac). Maar nu is het klaar. Nu is het tijd voor gehakt. En meteen heb ik weer iets om over te zaniken: in Frankrijk is het gehakt lekkerder. Want grover. Ik kan wel verzinnen waarom Nederland gewend is aan dat heel fijne, gruizige gehakt: de taaiheid van vlees valt minder op als je het heel fijn maalt. Ooit was afgedankt melkvee de norm in Nederland. Worstkoeien heetten niet voor niets zo. Tegenwoordig hebben we voor het ‘echte’ vlees betere runderen, maar gehakt komt vast nog vooral van die prijswinnende melkgeefsters. Nou ja, goed dat daar iets zinnigs mee gebeurt. Ondertussen zijn wij al generaties lang gewend aan dat kruimelige spul dat – hoera? – elke associatie met dood dier mist.
Je slager vragen om zeer grof gehakt? Moet je wel heel goede vrienden van hem zijn. Want hij moet zijn molen ombouwen. Als hij al een grove ‘plaat’ heeft. Het alternatief is zelf een vleesmolen aan je aanrecht schroeven en de slinger hanteren, of je messenkunst loslaten op een moot vlees. Weet je wat: verzin zelf iets. Wetend dat dit recept ook met Hollands prutgehakt lekker wordt. We eten een onbestemd rommeltje met knollen, gehakt en walnoten. Wat je noemt een eenvoudig doch voedzaam recept.
Stoere winterpot met walnoten
Voor 4 personen
6 eetlepels olijfolie
250 g rundergehakt
2 rode uien, in grove stukken
3 aardappels, ongeschild, in stukjes
1 winterpeen, in stukjes
300 g selderijknol, in stukjes
300 g koolraap, in stukjes
100 ml witte wijn
de blaadjes van 1 tak rozemarijn, fijngehakt
100 g gepelde walnoten
100 ml slagroom
Facultatief: vers geraspte Parmigiano Reggiano
Verhit een sliert olijfolie in een grote braadpan en doe er het gehakt en de ui in. Braad het gehakt al omscheppend los, maar zeker bij fijn gehakt mogen er flink klontjes blijven – dat is extra lekker. Voeg de groenten, wijn, rozemarijn en zout toe, sluit het deksel en laat op laag vuur gaar worden in circa 30 minuten. Schep tussentijds om. Hak de walnoten grof. Voeg ze samen met de room toe en warm door. Eten kan nu meteen, maar je kunt het hele gerecht ook (later) gratineren onder de ovengrill, met een heleboel Parmigiano eroverheen. O, trouwens: het gehakt weglaten kan ook nog. Ten gunste van meer walnoot.
Eén reactie op “Recept groentesmoor met walnoten”
Een heerlijk recept,niet alledaagse groenten verwerkt tot een lekker winterpotje.