Ik ben een zeurkous, een onheilsprofeet, een jeremieerder. Dat kloeke, door velen bejubelde Zilveren Lepelboek, over de Italiaanse keuken, heb ik al afgekeurd, een tijd terug. En nu is bij uitgeverij Fontaine ‘A Propos Bistro’ verschenen, nog veel mooier dan dat andere, met kwijlend fraaie foto’s, guitige tekeningetjes, romantische portretten van zwart-witte Fransen, allemaal in een schitterend gebonden en toch opvallend voordelige (29,90 euro) uitgave waar iedereen geheid plat voor gaat. De boekhandelaren, de critici misschien, en zeker de kopers.
Maar het is niet goed.
Het is weer zo’n boek barstensvol met recepten die je helemaal nooit kunt maken, omdat er onverkrijgbare ingrediënten in staan, omdat er te veel koksjargon wordt gebruikt, omdat er bochten worden afgesneden. En dan stoort het mij ook nog dat de schrijver, Stéphane Reynaud, klassieke recepten als de tournedos Rossini aanpast en dat niet laat weten. Ik ben dan ook een zeurkous, een onheilsprofeet, een jeremieerder. Iemand die denkt dat mensen echt gaan koken uit een kookboek. En daar zijn deze bijna twee kilo magnifiek bedrukt papier helemaal niet voor bedoeld. Ze zijn om je aan te vergapen, om je te verleiden, om je – en daar kan ik nooit tegen zijn – een ontzettende trek te bezorgen, met dorst erbij, en een verlangen om vanmiddag nog naar Frankrijk af te reizen.
Voor wie vanavond nog de grens niet gepasseerd heeft, een Frans recept. Van mij. Peren in witte wijn: schil de peren, maar laat zo mogelijk het steeltje eraan zitten. Verwarm de wijn en los er de suiker in op. Doe de peren in de pan en kook ze heel zachtjes een half uur. Draai ze af en toe om. Haal de peren uit de pan en laat ze afkoelen. Kook de wijn in op hoog vuur tot hij enigszins stroperig wordt. Pas op, ga niet door tot hij echt een lint vormt, want bij afkoeling wordt hij vanzelf nog iets dikker. Laat afkoelen, zet een paar uur in de koelkast. Overgiet de peren vlak voor het serveren met de stroop. Snijd de munt aan ragfijne reepjes en strooi die erover.
Peren in wijn
Voor 4 personen:
4 handperen (ze hoeven niet helemaal rijp te zijn)
halve liter witte wijn, liefst Sauvignon Blanc
100 gram suiker
10 blaadjes verse munt