Twee weken geleden noemde ik hem al ‘het sleuteltje op de kast met lekkere, fatsoenlijke witte wijn’ in Spanje: Rueda. Tja, het is nu eenmaal niet anders. Vroeger was frisse witte wijn niet Spanjes sterkste punt. In Rueda, een streek ten noordwesten van Madrid, maakte men zoet spul. Leuk, op zijn eigen manier.
De gebruikte druif was de verdejo, een briljante aromaleverancier. Maar diens geurende kwaliteiten sneefden jammerlijk tijdens de fabricage van dat zoet. En toen kwam de nieuwe wijntechniek. De techniek van het koelen tijdens de fermentatie, en het inzicht dat koelte essentieel is voor de frisheid in wijn. Droge wijn hadden ze nog weinig gemaakt, in Rueda en elders, omdat hij door de vanzelf oplopende temperatuur bij het vergisten toch niet te drinken was: gele, geoxideerde ellende.
Verleden tijd! Nu is er ragfijne Rueda, zinderend fris, splinterend sappig. Zoals deze Tramoya Verdejo 2010 van De Logie, een Amsterdamse wijnhandel waar je virtueel of in persoon toch al eens langs moest, want ze hebben veel meer betoverende wijnen. De Tramoya heeft wat nodig is, citrus, groen gras, nevelend voorjaarsgevoel, perfect bij roerei met spinazie en garnalen.
Maar nog even terugkomend op bovenstaand ‘het is nu eenmaal niet anders’: er is maar heel weinig lekker wit in Spanje. Zeker als je niet veel geld wilt uitgeven. Rías Baixas is uitstekend, maar al wat duurder. Rueda is vooralsnog de naam om te onthouden.