Hij is dood. Dik drie jaar alweer geleden en walgelijk te vroeg hield Adriaan Jaeggi’s lijf ermee op. Darmkanker. Om te zeggen dat hij het ernaar gemaakt heeft, slaat nergens op. Maar hij leefde zeker in the fast lane. Rokend, drinkend, kokend, schrijvend, trombonespelend en liefhebbend stormde hij door de dagen. Schrijver was zijn beroep maar jongens, de andere dingen kregen niet veel minder aandacht. Een jaar of vijf bruisten zijn woorden ook in De Volkskeuken. Binnengehaald was hij op instigatie van Sylvia Witteman, en dat bleek. Met veel gekletter verdween hij er ook weer uit, in april 2006, na een meningsverschil met de redactie van de Volkskrant.
Nu is er een boek verschenen, een selectie uit Jaeggi’s Volkskeukens, onder de titel Chez Adriaan (Nieuw Amsterdam). Tot mijn verbazing zijn ze niet gedateerd. Welnee, Adriaan zingt de lof van koken en eten alsof het verse afleveringen zijn. Verse, sappige honger-en-dorstverhalen met rijk beknoflookte recepten in de staart, die aanvankelijk vooral goed geschreven zijn, maar daarbij in de loop van het boek steeds hilarischer worden. Over het huwelijk: ‘Het is een klein, onbelangrijk maar gemeen spelletje van Satan dat jonge verliefden alles van elkaar slikken (sic), maar dat direct na de uitwisseling der ringen de lippen ineens strak op elkaar blijven, behalve voor opmerkingen als: ‘Zou je nou wel een derde stuk taart nemen, lieverd?’ Biefstukminnaars trouwens feeksen van vegetariërs, topkokkinnen trouwen jongens van de gestampte pot (‘Waar is het kuiltje, trut?’) en knoflookaanbidders trouwen vampiers die binnen een paar jaar het bloed van onder hun nagels vandaan en het merg uit hun botten zuigen.’
Een recept van Adriaan, voor kipfilet met pittige pinda-tomaten-kokossaus: ‘fruit de ui, knoflook en gember in een scheut olie zachtjes aan. Voeg na 5-6 minuten de pepers toe, tomaten, citroensap en pindakaas. Roer goed en laat tot een niet te dikke saus koken. Proef en voeg naar behoefte kokosmelk toe, tot de saus de juiste graad van romige pittigheid heeft. Kruid de kipfilets met zout en peper. Bak of rooster ze aan beide kanten tot ze gaar zijn – ik ben erg voor roosteren, dat geeft zelfs de meest ingedutte kippenborst weer zin in het leven. Dien de kipfilets op met een schep saus erover en een gulle hand korianderblaadjes. Eet met zilvervliesrijst. Drink er bier bij uit literflessen en rook daarna een shagje.’
Kipfilet met pittige pinda-tomaten-kokossaus
Voor 4 personen
1 ui of 2 sjalotjes, gesnipperd
2 knoflooktenen uit de knijper
1 schijfje (3 cm) verse gember, fijngehakt
olie
1 rode peper, in ringetjes
1 blik à 400 ml gepelde tomaten, gepureerd
sap van ½ citroen
½ pot pindakaas
1 blikje kokosmelk
4 kipfilets van 150 g
bosje koriander