Terwijl in boekenland de veganuitgaven niet meer te tellen zijn, stuurt de Laura de Grave op een elektrische motorfiets haar Natuurlijk Oostenrijk de winkel binnen (uitg. Brandt, € 30,-). Een heldere meid over de culinaire kanten van het frisgewassen alpenland; het idee alleen al gaf me een goed gevoel. Het boek bevat drie simpele basiselementen: mensen, hun recepten en producten, en kilo’s enthousiasme. Bernd Stocker maakt kaas tussen de bellende koeien, Elias Freystetter kweekt abrikozen, Markus Brunner bakt schnitzels en bij Gasthof Zur Dankbarkeit komt Schweinsbraten op tafel. Dat alles staat klip en klaar op de foto’s van Hans de Kort. Af en toe glimt er bijna de promotionele glimlach van een toeristenbureau doorheen, maar dergelijke instanties worden nergens genoemd als belanghebbenden. Oprechte gedrevenheid van Laura dus, die bronsgebakken door de zon op de motor van adres naar adres reed. Forellensuppe, Tiroler Schlutzkrapfen, noedels met maanzaad, er kan ook flink wat gekookt worden uit dit boek. Dat deed ik: Palatschinken mit Marillenröster. Ik paste het recept iets aan. Bochtafstekers maken geen compote maar nemen abrikozenjam. En kopen pannekoeken. Horreur! Vers moet je ze bakken. Voor Laura’s ware Österreichgefühl.

 

Flensjes met abrikozencompote

Nagerecht voor 2 personen

10 verse abrikozen, gehalveerd

70 g suiker

2 eetl. abrikozenschnapps (maar ik nam calvados)

optioneel: wat citroensap

2 eieren

80 g bloem

2 theel. suiker

Minisnuf zout

200 ml volle melk

genoeg boter om in te bakken

 

Maak eerst de abrikozencompote. Verhit 70 gram suiker met 2 eetlepels water. Laat smelten en roer daarna niet meer. Wacht tot de suiker heel licht begint te verkleuren tot een blonde karamel. Draai het vuur laag. Meng de drank met 2 eetlepels water en voeg toe. Pas op, het kan spatten. Roer de karamel los. Doe de abrikozen erbij, sluit de pan en laat enkele minuten sudderen. Daarna, zo blijkt, moet je opnieuw de suikermassa losroeren. Houd vol. Laat net garen tot de abrikozen zacht maar nog goeddeels heel zijn en laat afkoelen. Proef of er citroensap of water bij moet.

Palatschinken zijn dun het lekkerst. Daartoe maak ik het beslag dunner dan Laura vraagt. Dat maakt het keren ervan bij het bakken moeilijk, zeker in een gewone koekenpan. Een crêpepan helpt enorm.

Klop met de mixer de eieren, bloem, theelepels suiker en het zout glad en mix er dan de melk door. Heb je geen crêpepan, neem dan slechts 150 ml melk.

Verhit telkens een klontje boter en bak één voor één dunne pannekoekjes. Eet warm of koud.