Noot: ik kom er net achter dat ik het merk pasta – Di Martino – niet noemde in deze Volkskeuken! Zeer dom. Nu ingevoegd.
Ze slierten, ze krinkelen, ze walsen rond mijn vork en dan weer niet, ze kluwen in de rondte en altijd, altijd hangen er een of twee uiteinden af, gewoon omdat ze lengte te kort kwamen om gedraaid te blijven zitten. Dat geeft niks, die slurpen we naar binnen, half discreet, kin boven het bord, lippen getuit in pastaconcentratie. Het eten van spaghetti is een spel met een riante prijs: de smaak. Dat ballet van vorm op de tong, achter de tong, die textuur langs de tanden die geur en smaak tastbaar maken. Moet hij wel goed gekookt zijn. En van een verdedigbaar merk. Nu zijn er daar heel wat van, met DeCecco en Barilla voorop. Maar recent kwam ik iets heerlijks tegen, iets waarvan ik dacht dat het niet meer bestond: pasta uit Gragnano, het dorp waar tot het uitvinden van de kunstmatige droging de mooiste pasta van Italië vandaan kwam.
Het ligt aan de voet van de Vesuvius en blijkbaar zijn de omstandigheden er nog altijd zo bijzonder dat de pasta sinds 2010 een Beschermde Herkomstbenaming heeft. Ja, hij is van harde tarwe, maar dat op zich zegt niks (proef Gran’Italia maar eens). Daar zijn kwaliteiten in. En ja, natuurlijk is hij langzaam gedroogd en geperst door bronzen mallen, die het ruwe oppervlak geven waar saus en Italianen en ik zo van houden. Hij heet Di Martino. Te koop? Bij Plus Supermarkten, voor een supermarktprijs. Volslagen idioot.
Behalve spaghetti is er een comfortabel aanbod aan andere vormen, waarvan ik vandaag de cannelloni gebruik. Inderdaad, die onhandige dingen die je moet vullen. Maar ik vul niet. Ik breek. Om zo sfizi te krijgen, ‘schotsen’. Vandaag met selderijknol, kool en linzen.
Bak de blokjes selder met de kool even aan in een koekenpan in de olie, voeg de wijn en wat zout toe en dek af. Smoor zachtjes 10 minuten. Doe de linzen en tomatenpuree erbij en breng op smaak met rozemarijn en peper.
Breek de cannelloni en probeer aangename, niet te kleine stukken te krijgen; het echt kleine grut gebruiken we niet. Je hebt dus wat verlies. Kook ze in water met 10 gram zout per liter in circa 9 minuten al dente. Bewaar een kop kookwater, giet af en voeg bij de groenten. Meng en gebruik kookwater om het smeuïg te houden. Serveer met gul Parmigiano of Pecorino.
Pastaschotsen met selderijknol en linzen
Voor 4 personen
150 g selderijknol, in piepkleine blokjes
½ groene savooiekool, nerven verwijderd, in reepjes
6 eetlepels olijf- of notenolie
1/2 glas witte wijn
200 g gekookte linzen (blik mag)
1 dikke eetlepel tomatenpuree
paar plukjes verse rozemarijn
500 g cannelloni
100 g geraspte Parmigiano of Pecorino
1 reacties op “Recept pastaschotsen met selderijknol en linzen”
Raar recept. Denk de hele tijd: wat doet die pasta er nou bij? Wilde eens iets anders doen met de savooiekool, maar dit recept was niet de juiste keuze.