Overal ter wereld zitten Chinezen in de restaurantbusiness. Soms, heel soms, koken ze echt Chinees, maar veel vaker koken ze wat de gasten vragen of waar handel in zit. Bij ons werd dat het Chin. Ind. Spec. Rest., maar ook het merendeel van de Japanse restaurants heeft Chinese eigenaars, en sommige Thais ook. In Frankrijk koken de Chinezen Vietnamees. Vietnam, Indochina, is een Franse koloniale erfenis, vandaar. Een doodenkele keer zijn het echte Vietnamezen, maar in Tonnerre, bij Tanh-Tanh, hoeven we niet te twijfelen: het barst er van de papieren draken. Voor de fengshui, laten we zeggen het gunstig beïnvloeden van de sferen in het etablissement, zijn planten en water, liefst met vissen nodig, maar dat mag blijkbaar ook allemaal nep zijn. Voor mij is het verlichte schilderij met schijnbaar echt vallend water in een waterval altijd weer het hoogtepunt.
Een Vietnamees restaurant heeft immer een stel verplichte nummers op het menu. Meest besteld zijn de nems, kleine gefrituurde loempiaatjes van rijstpapier – en daarmee dus afwijkend van wat bij ons als Vietnamese loempia’s op de markt wordt verkocht – die je met verse munt, slabladeren en een heldere dipsaus krijgt. Je pakt elke nem met wat munt in een slablad en doopt hem in de saus. Een kraker, een hit, huiveringwekkend lekker, bijna de reis naar Frankrijk waard.
Verder zijn er altijd varkensvlees met karamel en, echt Frans, exotische bereidingen met kikkerbillen, sint-jakobsschelpen en inktvis. Ook erg Frans: pittigheid wordt vermeden. Behalve bij Tanh-Tanh. Daar zit er waarlijk iets van rode peper in gerechten die ‘pimenté’ worden genoemd.
In toetjes zijn Vietnamezen en Chinezen slecht. Die zijn er in Oost-Azië per slot van rekening niet – er wordt al suiker in veel hartige gerechten. Maar Fransen willen desserts, net als Hollanders trouwens. Dus verzinnen ze maar iets. IJs, of ‘Vietnamese noga’, of, bij Tanh-Tanh, banaan met karamel, kokosmelk en gehakte pinda’s, voor de buitenlanders op het menu omschreven als ‘banana in the toffee, milk of the coconut and the peanut’. De kaart heeft meer van dit soort stijlbloempjes, die het aperitief beslist opvrolijken.
Maak vloeibare karamel: verwarm de suiker met 3 eetlepels water. Stop met roeren als de suiker gaat kleuren. Wacht tot hij goudbruin is en giet er dan 4 eetlepels heet water tegelijk bij. Pas op, het sist enorm en kan spatten. Laat afkoelen.
Giet de karamel in schaaltjes, leg de gepelde banaan erop. Giet de kokosmelk erbij en bekroon met de gehakte pinda’s. Het smaakt minder hatsekidee dan het klinkt!
Banaan met karamel, kokosmelk en pinda’s
Voor personen:
4 bananen
4 eetlepels ongezouten pinda’s, gehakt
Eén reactie op “Recept Vietnamees bananendessert”
In Vietnam hebben we zat toetjes, verdiep je zelf eerst goed in ons cultuur voordat je zulke uitspraken doet. Omdat één restaurant geen typische Vietnamese toetjes op de menu heeft staan, betekent niet dat we geen toetjes hebben of in jouw woorden ‘slecht’ erin zijn.